2.Doelgroep beschrijving 

Mijn afstudeerstage loop ik op het Praktijkcollege in Tilburg aan de Brittendreef 9. Deze school valt onder de afstudeerrichting beroepsgericht onderwijs (BGO).

De onderbouw bestaat uit drie leerjaren en de bovenbouw bestaat uit twee leerjaren. Mijn stage begon in basisgroep 3 (leeftijdscategorie 15-17). In november 2018 maakte ik een overgang naar basisgroep 2 (leeftijdscategorie 13-15 jaar). Het Praktijkcollege is ingericht om leerlingen voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Bron In basisgroep 3 zijn ze hier veel meer mee bezig dan in basisgroep 2. In basisgroep 2 moet de theoretische kennis voornamelijk meegegeven worden. De leerlingen van het Praktijkcollege kunnen uitstromen in vier richtingen:

  • Werken in het vrije bedrijf. Met het werken in het vrije bedrijf wordt bedoeld het werken in een reguliere werkomgeving. Denk hierbij aan een verkoopmedewerker in velerlei supermarkten of winkels, een medewerker in de techniek, als medewerker in de zorg etc. 

  • Werken in een beschermde werkvoorziening. In een beschermde werkvoorziening wordt bedoeld dat leerlingen onder begeleiding moeten werken. Dit kan zijn vanwege de veiligheid, gezondheid of het IQ van de leerling. 

  • Verder leren op het ROC. Om door te kunnen stromen naar het middelbaar beroepsonderwijs, krijgen de leerlingen in de bovenbouw extra lessen Nederlands en rekenen om aan te sluiten op de toelatingseisen van het beroepsonderwijs. Dit is de zogenoemde 'topklas' en hier worden de leerlingen theoretisch extra uitgedaagd.

  • Schakelen naar het vmbo. De leerlingen uit leerjaar één t/m drie krijgen de kans om nog over te schakelen naar het vmbo. (Praktijkcollege Tilburg, z.d.-b).


Op de dinsdagen en woensdagen geef ik les aan BG2B. Voor mijn pedagogisch onderzoek is dit de doelgroep waar ik de focus op leg. De groep bestaat uit dertien leerlingen, waaronder 6 jongens en 7 meiden. In deze groep zitten leerlingen met verschillende culturen en religies. Leerlingen die een oorlogstrauma hebben meegemaakt of die in een veilige omgeving zijn opgegroeid. Leerlingen die geen tot weinig onderwijs hebben gehad en leerlingen die het basisonderwijs hebben doorlopen als ieder andere leerling. Leerlingen die opgegroeid zijn met andere waarden en normen dan die we hier in Nederland kennen, maar die wel met elkaar door een deur moeten. De verschillen in de groep zijn groot en dit zorgt weleens voor botsingen onderling. Hoe reageer ik hierop, hoe handel ik hiernaar en is dit ook de juiste manier? Vragen die ik op dat moment aan mezelf stel, maar er niet over kan nadenken aangezien er meteen gehandeld moet worden. Hier heb ik de volgende hoofdvraag en deelvragen op aangesloten (zie kop 4). 

Wat betekent dat voor mij als docent?

Voor mij betekent het dat ik als docent twijfel aan mijn kwaliteiten. In deze groep zitten leerlingen die vanuit huis meekrijgen dat mannen het voor het zeggen hebben en dat je mag neerkijken op een vrouw. Hier zitten leerlingen tussen die zich hard maken voor de buitenwereld. Dit betekent voor mij dat ik voor mezelf duidelijk heb 'wie ik ben en wie ik wil zijn voor mijn mentor leerlingen'.  

Wat betekent deze doelgroep voor mij?

De leerlingen van het praktijkcollege zijn leerlingen die erg direct zijn. Als zij iets aantreffen bij je dan stellen ze de vraag en hebben ze geen idee of die vraag nou wel of niet gepast is. Dit maakt hen zo speciaal. Als ze iets van je vinden dan zeggen ze dit in je gezicht en gaan daar niet op een achterbakse manier mee om. Als deze leerlingen een fijne band met je hebben dan kunnen ze je ook een knuffel geven. Op deze manier tonen zij hun dankbaarheid of laten ze zien dat ze je aardig vinden. Mijn uitdaging is daarom om voor mezelf duidelijk te krijgen hoe dichtbij ik leerlingen laat komen en wat mijn grens daarin is.

Voor mijn pedagogisch onderzoek werk ik voornamelijk in basisgroep 2B. Dit is mijn leeromgeving, wat onder het microniveau valt. In dit niveau gaat het om mijn directe leeromgeving zoals de school, collega's en de leerlingen van het Praktijkcollege. Bij het mesoniveau staat het schoolsysteem centraal, leerlingen worden voorbereid op school voor het vervolgonderwijs, arbeidsmarkt, de maatschappij en aan de persoonlijke vorming van de leerlingen wordt gewerkt. Mijn bijdrage hierin is dat ik hen lesgeef en coach. Daarbij vallen mijn collega's ook onder het meso niveau. Zij zitten in mijn directe leeromgeving. Het volgende niveau is het macroniveau. Dit niveau gaat voornamelijk over de invloed van de omgeving oftewel de beperkingen vanuit de maatschappij en de overheid. In basisgroep 2B, zitten er veel leerlingen met een culturele achtergrond. In het macroniveau gaat het om de invloed van deze verschillende culturen (Broersen, Ossenblok, en Montesano Montessori 2015b). 

Visie van de school

De leerlingen van het Praktijkcollege kunnen naar verwachting geen vmbo diploma behalen, dus worden zij voorbereid op de arbeidsmarkt. De leerlingen leren door te doen, daarom krijgen zij de helft van de tijd theorielessen aangeboden en in de andere helft praktijkvakken (Backx, 2018). 

In de visie van het Praktijkcollege staat de leerling met zijn persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling centraal. De mentoren stimuleren en begeleiden de leerlingen tijdens hun onderwijsloopbaan.
De uitgangspunten van het Praktijkcollege luiden als volgt:

  • Er wordt aandacht besteed aan een krachtige leeromgeving om de competenties van de leerlingen optimaal te kunnen ontwikkelen.

  • Het actief begeleiden en het zelfstandig leren.

  • Het aanleren van algemene competenties (gericht op het zelfstandig functioneren in de maatschappij) en specifieke competenties (gericht op deelname aan het arbeidsproces) staan centraal.

Als mentor op het Praktijkcollege ben je constant bezig met het begeleiden en het creëren van die krachtige leeromgeving. Om leerlingen te kunnen begeleiden moet er een krachtige leeromgeving zijn en ook andersom. Mijn pedagogische vraagstuk sluit aan bij de visie van de school, namelijk het creëren van een krachtige leeromgeving. Ik wil graag de juiste begeleiding bieden aan mijn leerlingen, maar om dit te kunnen moet er een bepaalde aansluiting zijn met mijn mentorleerlingen. Dit is tevens van mijn pedagogische uitdaging.





 

14 Juni 2019, OMGVT4, 2546043 | Fontys Hogeschool Tilburg | Praktijkcollege Tilburg|
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin