5.Resultaten

Voor het beantwoorden van mijn hoofdvraag en deelvragen zijn er verschillende manieren van onderzoek toegepast. Het op zoek gaan naar de geschikte literatuur werd mijn eerste stap. Vervolgens heb ik in basisgroep 2B de vragenlijst van de Roos van Leary laten invullen en hier is per sector het gemiddelde uitgekomen (bijlage 8.3).
Daarbij heb ik een parallelcollega (NT. bijlage 8.1) geïnterviewd met hoe zij aan haar vraagstuk ,m.b.t. het invallen in een groep, heeft gewerkt. Vervolgens ben ik het dialoog aangegaan met mijn mentorleerlingen en zo tot de conclusie gekomen.

Heb ik de hiërarchie van de groep verstoord?

Als beginnend inval docent, had ik het idee de hiërarchie van de klas verstoord te hebben. Waardoor de groep opnieuw moest beginnen met het formeren van nieuwe verhoudingen en groepsregels. Dit zorgde voor onrust en weerstand bij de leerlingen. Gezien de plotselinge situatie wijziging, waren de leerlingen ook niet op de hoogte van hun situatie en wat hun toekomstperspectief zou zijn voor de rest van het schooljaar.

Op het midden van mijn reis als mentor van basisgroep 2B, had ik mijn parallel collega geïnterviewd. Zij had een soortgelijke situatie meegemaakt, omdat zij ook aan het begin van haar onderwijscarrière in viel in een groep waar zij alleen voor stond en waarbij ze de fases van Tuckman grotendeels al hadden verlopen. Na het gesprek gevoerd te hebben, zag ik grotendeels in dat het niet aan de leerlingen lag maar dat ik kritisch naar mezelf moest kijken om de relatie op te bouwen. Ik ben degene die geen voorstelling moet ophouden en streng moet zijn in situaties wanneer dat niet noodzakelijk is. De voorstelling kwam door de stage ervaringen en het beeld wat er gecreëerd wordt van de juiste docent. Voor mezelf ben ik erachter gekomen dat de 'perfecte' docent niet bestaat en dat je als mens zijnde fouten mag maken. Het is alleen aan jou om je 'fouten' in te zien, te accepteren en hierop te reflecteren.